Filmverslag Struikelstenen
Opening in de Westerkerk
Legging van de Struikelstenen
Transcriptie toespraak J. Kornalijnslijper
Nu we zijn doorgelopen tot bijna het einde van de westerstraat staan we voor nummer 266, de woning waar de familie Akker woonde, Salomon Daniel (Saal) Akker, Sophia de Levie en zijn zonen Samuel en Frits. Samuel Max Akker heeft hier voor het laatst in vrijheid gewoond.
Het gezin van Salomon woonde op nummer 266 en het gezin van zijn neef Daniel (Daan) Akker op nummer 262. Daan was getrouwd met Celina Snijders waaruit blijkt dat ook Joodse gezinnen vaak door werk of huwelijk met elkaar zijn verbonden.
De Akkers hebben al een lange verbintenis met Enkhuizen en hebben binnen de stad op verschillende adressen gewoond. Net als de andere Joodse families zoals de Groot, Snijders, Kornalijnslijper waren de Akkers geworteld in Enkhuizen. Saal en Daan en hun borstelfabriek waren een begrip.
De herkomst van de familie Akker moeten we zoeken in het hoge noorden in Groningen, Winsum en Appingedam. Er liggen meerdere struikelstenen van de familie Akker in Appingedam. Familie van de Enkhuizer tak
Het was Heiman Isaak Akker die met zijn echtgenote Roosje Jacob Goldsmith in 1880 naar Enkhuizen trok. Hij had gesolliciteerd voor de functie van Gazan en Godsdienst onderwijzer en was aangenomen.
Joodse Groningers die in Enkhuizen een bestaan zouden opbouwen als Borstelmakers, een beroep wat bij de familie Akker op het lijf geschreven stond. Maar die ook binnen de Joodse gemeente Enkhuizen bijzonder actief waren.
Heiman en Roosje hadden met 8 kinderen een flink gezin.
Twee zonen zetten het maken van borstels voort. Jacob Filipus Heiman met Roosje Meijer en Samuel Heiman met Schoontje Meijer.
Jakop Filippus Heiman en Roosje kregen drie kinderen waarvan Daniel, Daan, van nummer 262 hiernaast met de borstelmakerij verder ging.
Samuel Heiman Akker en Schoontje Meijer kregen twee kinderen waarvan Samuel Daniel, Saal, in de borstelfabriek stapte.
Daniel, Daan, is getrouwd met Celina Snijders en Salomon, Saal met Sophia Saartje de Levie. Ze hebben de borstelfabriek na de oorlog wel weer opgestart maar in een veranderende wereld hield de fabriek geen stand. De kinderen van Daan en Saal gingen een andere route dan hun vaders en hun grootvaders. Het maken van borstels was voorbij en het interieur van de fabriek is nu nog te bezichtigen in het Zuiderzee-museum.
Maar dan zijn we de oorlog al voorbij.
In de oorlog wisten de Akkers op een veilige plaats onder te duiken. Daan ging nog wel naar Amsterdam maar kon toch nog op tijd onderduiken in Monnickendam.
Ook Salomon en zijn gezin heeft een schuilplaats gekregen. Namen als Mazereeuw en Appelhof spelen daarin een grote rol.
Het leek in die tijd verstandig om gescheiden onder te duiken. Dus ouders bij de een en kinderen ergens anders waardoor het gevaar van allemaal gepakt worden kleiner werd.
Zo bleven de ouderen in Enkhuizen, Samuel Max ging via Ede en Utrecht naar Brabant en Frits naar Arnhem.
Voor de oudste zoon van Salomon en Sophia Akker liep dat niet goed af. Samuel Max werd onder de naam Pietje Bakker ondergebracht bij de familie Rippe in Ede. Daarna heeft hij nog even, op de vlucht, met zoon Nico Rippe in Utrecht gewoond. Het ging mis toe hij na een derde verplaatsing in Tilburg terecht kwam. Een “verkeerde” politieman (SD) liet “Pietje Bakker” uit het tehuis halen door de Marechaussee. Zijn reisdoel veranderde in Westerbork en verder naar Auschwitz.
(Pas na plaatsing van de struikelsteen werd er meer bekend over het te korte leven van Samuel Max Akker. Een publicatie is in voorbereiding)
Op 3 september 1943, een paar weken voor hij 7 jaar zou worden, is Samuel Max Akker vermoord.
Zijn broer Frits heeft een aantal jaren geleden nog een plaquette geplaatst tussen de grafstenen van zijn vader en moeder in op de Nederlands Israëlitische begraafplaats hier vlak bij zijn ouderlijk huis.
Vandaag plaatsen we een Struikelsteen met zijn naam. Opdat we niet vergeten en zijn naam blijven noemen. “Want je bent pas vergeten als je naam is vergeten”.